vrijdag 31 januari 2014

Huisbezoek (Niet super, maar toch wel) 1

Soms gaat deze stukjes even niet over het werk maar over het, mijn/ons leven, zoals ook nu. Ben je geen liefhebber van katten, of van gewoon leven, sla dit gerust over!

Jullie hebben het waarschijnlijk vaker (zo niet, hierbij dan) gelezen op mijn Blogs. We, E. en ik, hebben twee katten. Een rooie, zo'n gestreepte, je kent ze wel, die we Tabby hebben genoemd, da's de bijnaam of koosnaam voor dat soort katten in het Engels en we hebben ook nog een 'asbakkie', een soort lapjeskat. Ze zijn ons beiden even lief, maar de tweede, die Skippy heet (en bijna 14 aar oud is), don't know why, de naam, maar E. of een van de kinderen, of ik misschien zelf wel, heb haar ooit zo genoemd. Maar S. heeft een hekel aan me, of is gewoon bang van me en dat nu al zo'n jaar of dertien. (Behalve dan als ze wil eten, dan ben ik goed genoeg om haar te voeren. Ze gaat me altijd uit de weg, maar op die momenten gaat ze kopjes geven en langs mijn benen strijken en gewoon aanhalig doen. Ja, katten en opportunisme, hè?) Maar, zoals ik ook al eerder heb geschreven, is de oudste, Tabby, nu tegen de zestien, en een diabetes patiënt. En, moet ze, net als de mens, goed op haar dieet letten, moet ze bewegen en moet ze insuline prikken. Nu kunnen katten veel, heel veel, zelfs wonderbaarlijk veel, maar zelf op een dieet letten, zelf gaan bewegen en dan ook nog eens insuline prikken nee, dat kunnen ze niet, of, in het geval van bewegen dan, willen ze niet. Ik heb ooit gelezen dat katten 80% van hun tijd liggen te snurken en de resterende tijd besteden aan eten. Wat een leven, niet? Er zijn hele volksstammen, in ons land alleen al, van mensen die het net andersom doen. Maar goed.
E. en ik (en de toen nog kleine kids) hebben de zorg over het beestje op ons genomen vanaf de dag dat ze, als leuke, rooie ragebol, gekke en drukke, maar lieve en hele fraaie kitten, in huis kwam. Dus zijn we verantwoordelijk voor haar.
We hebben haar gevoed en verzorgd en om haar gelachen en zijn boos op haar geweest als ze weer eens in de gordijnen klom of in het behang sprong of de bloemen van de tafel zwiepte met haar staart. Op den duur werd ze rustiger en makkelijker, maar ze bleef een vooral nieuwsgierige, kat, een oud wijf, noemen we haar, hetgeen ze tot op de dag van vandaag gebleven is. Ze heeft het dan wel niet zo op vreemden in huis, maar is bezeten van de dingen die E. doet. Dat zijn natuurlijk vele dingen. En dat zijn niet zozeer de huishoudelijke taken, maar vooral de dingen als: nagels vijlen of dingen met haarspelden, nou ja, dat soort zaken die vrouwen bezig houden.
Er is een vreemd ding aan haar. (De meeste katten hebben vreemde dingen, natuurlijk) Tab, zoals we haar noemen, is een junk, een foodjunk. Niet zozeer over haar eigen porties eten, dat hebben we gereguleerd tot een bepaald aantal aangepaste en afgemeten maaltijden per dag, en dan vaak samen met een spuitje insuline, maar ze kan het niet zien dat anderen, in casu E. en ik, zitten te eten. Dan gaat ze schooien, bedelen en zeuren en zo. En: het maakt niet uit wat we op onze borden of bordjes hebben. Ze wil het allemaal gaan proeven, of doet daar pogingen toe!
Het is natuurlijk bekend dat katten geen vegetariërs zijn. Vlees, kip, vis, kortom alles gooien ze erin als ze de kans krijgen. Maar dat 'die rooie' of 'die achterlijke rooie' of 'dat klo... beest', onze vaste koosnamen voor haar als ze weer eens loopt te schooien, (sterker nog, van je bord probeert te jatten), ook aanslaat als je gewoon een kopje soep, een boterhammetje kaas, een pepsel of een plak ontbijtkoek eet, maakt de aanwezigheid van de poes in de woonkamer, op het moment dat je wat nuttigt, tot een irritante aanwezigheid. Maar, soit, katten en mensen, het zal nooit echt wennen.
Wij, ons gezin, zijn echte kattenmensen. Je kunt de wereld onderverdelen in honden- en katten mensen. Ik heb het dus niet zo op honden. Er zijn fantastische soorten of rassen onder, die blinden of gehandicapten helpen, in elk geval geleerd hebben dat te doen, maar nee, honden, ik vind het niet helemaal mijn soort dieren. Maar, gelukkig mogen smaken verschillen.
Ik heb ooit gehoord en/of gelezen dat mensen geen kat hebben, maar dat katten hun baasjes kiezen en dat katten hun baasjes als hun personeel zien en ik geloof dat dat helemaal waar is! Arrogante k.. beesten zijn het soms wel. Je kent het wel. Met dan zo met die staart licht zwiepend in de hoogte weglopen en arrogant om kijken of zich helemaal met hun rug naar je toedraaien als je net gezegd hebt dat ze die boeken dus niet mogen kapot krabben of dat stuk behang met rust moeten laten, of dat ze daar dus niet op mogen gaan liggen!
Maar enfin, Tab koos ons en we zorgden voor haar. De kinderen waren gek op haar, zij was gek op de kinderen en op ons en ja, het was leuk. Ze verhuisde mee en werd toen steeds magerder en dronk veel en zo. Stress, dachten we eerst, van zo een verhuizing, maar het bleef maar aanhouden, dat afvallen en dat vele drinken. E. en ik komen 'uit de zorg' en het beeld van Tab deed ons veel denken aan suikerziekte, aan diabetes. 'Kunnen katten diabetes hebben?, vroegen we dus na een poosje aan onze dierenarts, die we hadden opgezocht na onze, bijna gedwongen, verhuizing, naar Amstelveen.(Ik kom daar nog wel eens op terug)
'Ja, natuurlijk', zei de dierenarts, M, streng. 'Ja katten kunnen diabeet zijn, absoluut. En? Nu maar een spuitje? Dan is ze uit haar lijden verlost!'
We stonden met tranen in onze ogen. Fu.. it. Onze lieve Tab weg doen? Nee, dat niet, nee, dat nooit! M, de dierenarts keek naar ons en vroeg: 'Houden jullie van die kat?' 'Doe niet zo raar', zeiden we, 'natuurlijk, het is ons kattenbeest, ons dier.' M. lachte wat. 'Weet je, we kunnen suikerzieke katten ook behandelen, hoor, net als mensen. Maar, daar is liefde, aandacht en zorg voor nodig.' Hij legde uit en we waren meteen overstag. Dieet, ja, bewegen, misschien ja, prikken, ja. Poen, ook. E. had toevallig een jaar of zo geleden toevallig een "ziekten kosten" verzekering afgesloten voor de beesten, alsof het zo moest zijn, dus we zouden nog wel geld kunnen declareren.
'Goed', zei M, streng. 'Dan gaan we aan het werk. Ik ben blij dat jullie van die kat houden. Ik maak andere baasjes mee in de praktijk.'
En sinds die tijd, nu al jaren terug, komen we heel regelmatig bij hem in zijn praktijk. Ik, nu ja wij, hebben hem leren kennen als een prima dierenarts, als een pragmatische man, als een probleem oplosser en als een man met een enorme liefde voor dieren.
En als een Bourgondiër en als nog meer, namelijk als een semi collega van mij....

==Over een kazerne, over een gedeelde hobby, over de Marechaussee==


Geen opmerkingen:

Een reactie posten