dinsdag 13 januari 2015

Over Horen, eindelijk. Part one.

Dus ja, dus wel. Eindelijk, zeg ik zacht voor me uit, maar eindelijk, fluisteren, (ik hoor dat toch niet), mijn familieleden hardop. (Ja, dat kan natuurlijk niet, hardop fluisteren, maar bij mijn gehoor beschadiging, nu ja, het overduidelijke bewijs ervan, wel weer, oké, begrijp je?) Ja, ik weet het al jaren, mijn gehoor laat me behoorlijk in de steek. (Ik schreef er vaker over, ik kan eufemistisch zijn, en ook cynisch) Ik heb er in het verleden wat mee gekoketteerd, met dat gehoorverlies, zie hele oude Blogs in deze reeks, maar de waarheid is natuurlijk helemaal anders. Ik mis veel van het gesproken woord. (Niet echt van het op melodie gezette woord of de melodie zelf, hoor, muziek in al haar geledingen is een  'kunst' vorm zo je wilt, die mij, net als beeldhouwkunst of ballet, niet kan bekoren. Maar: ieder zijn smaak, natuurlijk.) Dus na veel en lang, jaren lang, zelf onderzoek en introspectie, kwam ik er, nu al weer een tijd terug, achter dat ik toch wel echt aan een gehoor hulp apparaat moest gaan denken. Weet je, gehoorverlies komt sluipend. Elke dag hoor je iets minder. Misschien een decibel per dag per Hertz, dat weet ik niet zo, maar een KNO arts kan het zo uitleggen, denk ik. 
Dat deed ik dan ook, maar, zei ik, mens: praat wat duidelijker en beledigde daar mijn E. eigenlijk een beetje mee, zonder dat we het beiden wisten. (Nee, schat, ik ben net in de keuken bezig en ik ben net de sla aan het doen, of de groente of met bami bezig, weet ik wat ik allemaal zei en ik presteerde om tegen mijn lief te zeggen dat ze wat luider moest praten.) In het verkeer ging het allemaal wel, maar voornamelijk omdat ik, op de fiets, steeds meer om me heen ging kijken of, in de auto, steeds maar bleef spiegelen. Mijn maatjes op de fiets verwees ik naar mijn goede oor, dat was, volgens mij mijn rechter, zodat ik steeds als buitenste van mijn groep(je) fietste. Ik had aanvankelijk, mijn gelieven ook niet zo, er niet veel erg in. Zo sluipend is het gehoorverlies. 
Mijn niet al te naasten, collegae van mijn De Keten of van mij (ooit) fietsgroep, zagen het anders. Zonder enige gene vroegen ze aan me of ik doof werd, aan het worden was. 'Wat zeg je?' was dan mijn standaard antwoord, maar de meiden waar ik toen mee werkte, of de mannen en meiden waar ik toen mee fietste, zagen het anders en zeiden onomwonden dat ik een apparaatje nodig had.
Nou nee, natuurlijk, no ff-ing way, natuurlijk. Zijn jullie helemaal van de nachtstoel gevallen? (Mooi hé, dat wat oudere Nederlands.) Nee, natuurlijk niet. Zei ik, maar de gedachtegang werd anders. Ok, misschien, ik zeg, misschien, sterker, ik zeg heel misschien, ben ik wat hardhorend aan het worden, let wel, heel misschien. Maar ja, zo een super: kakelende collegae, stamelende klanten, Muzak, omroep berichten, een continue stroom geluid van vriezers en koelcellen, ja, daar wordt je toch gek van? En op de fiets: pratende maatjes, de wind langs je helm, verkeer all around,  ik bedoel, dat houdt niemand toch vol, al die geluiden? 
Dus ja, nee, ik geloofde het allemaal wel. Zolang ik nog de sirenes van de hulpdiensten kon horen, toch? Nee, een apparaat, no way, ik hoor je toch nog? 'Ja', zegt lief, 'als je naar me kijkt en mijn lippen leest, (nee, ik zeg niks), maar allen als er geen tv of radio aanstaat, of als er geen anderen in de kamer zijn.' 'Maar, ik ben geen ouwe man, alleen ouwe mannen dragen zo'n ding, toch?' Lief zucht. Er volgt een wat wrevelig zwijgen over dat onderwerp, dat ik verder absoluut niet meer aanroerde, want was toch niet doof?
En toen, maar dat was later, hadden we, en hebben we nog, twee heerlijke kleinkinderen. En die hadden, gelukkig, heerlijke, stemmen. Maar die stemmen zaten in een bereik, dat ik niet meer kon beluisteren en dus mis(te) ik veel verhalen en gebeurtenissen, Ja, en toen was het over en sluiten. Nu moest ik me zelf dwingen om toe te geven dat ik een 'gehoorapparaat' most hebben. Nu most ik dan eindelijk toegeven dat mijn leeftijd, mijn jaren, me ingehaald hadden. Ik was nu, definitief, een oude heer. Dus ging ik voor een audio onderzoek.

 
De schuld van al die moeizame  gesprekken en al het ontwijkende gedrag, ligt bij ons, slechthorenden, natuurlijk zelf. maar vooral omdat we het niet weten, oké, niet willen toegeven!

=later meer=

1 opmerking:

  1. Moi Lucas.

    Jaja lawaai doof is lastig. Maar het is zoals het is wie word'n oalder en dat is een under statement. Ik hoor je 't nog zeggen in R&P "wat zeg ie"op zijn amsterdams.

    Gegroet ouwe "luid en duidelijk"over.

    Huub

    BeantwoordenVerwijderen