dinsdag 20 januari 2015

Over Veteranen (1, denk ik)

Het zal jullie opgevallen zijn dat ik momenteel veel minder over In de Super schrijf, in In de Super. De reden daarvoor heb ik in vorige stukjes "uitgelegen", maar heel kort: ik maak momenteel, niet op eigen verzoek overigens, maar op verzoek van mijn directie, minder uren, nu ja, ongeveer de helft. Dat was aanvankelijk even schrikken, vooral wat betreft de financiële consequenties. Maar: vrije tijd is onbetaalbaar, vooral als je hobby's hebt die nog al wat tijd vreten, zoals fietsen, schrijven en lezen en ik heb er dus nu een nieuwe hobby bij: vrije tijd opmaken. Een hobby die ik overigens met veel plezier uitvoer, hoor. Maar ja, zoals ik al schreef, hobby's vreten tijd. (Eh, hoe eh, nou ja, vrije tijd vreet tijd, zeg maar,)
Goed, de bijdragen aan In de Super worden dus minder actueel voor wat betreft mijn hobby, het werken in de Super. Ik schrijf, en jij, de enkele lezer van dit stukje, hebt dat al in het snotje gehad, gaan meer over mijn belevenissen buiten mijn werk. Oh, ik zal nog vaak genoeg terugkomen op dat werk, ik heb nog al een verhaal in mijn hoofd over een domme auto inbreker, die op klaarlichte dag in onze parkeergarage het raam van een automobiel insloeg, de tas die de eveneens heel domme mevrouw van die auto daarin had achter gelaten. Domme inbreker: er hangen geloof ik twintig bewaking camera's in in die garage, domme mevrouw: wie laat er in hemelsnaam een (dames) tas achter in een auto in een parkeergarage in Mokum. (Later meer.)
Maar: ik ga het iets meer hebben over dingen en zaken die me momenteel treffen. Ik zou dan het Blog moeten noemen, Niet meer In etc, maar ik verkies die titel NA mijn echte pensionering, over een goede twee jaar of zo, dus jullie zijn tot die tijd, maar ook daarna, nog niet van me af. Dat zal ze leren, zei een oud collega van me altijd.
Over Veteranen staat in de titel. Ja, daar wilde ik het eens over hebben. Ik schrijf Veteranen met een hoofdletter V. Net als je God met een hoofdletter schrijft. Zoals (zegt men) God de wereld schiep, zo schiep de Veteraan de vrede. (Oh ja, ik moet zeggen en schrijven, dat dit in de niet Veteranen ogen een wat sentimenteel, zelfs ietwat zoetsappig en nogal gekleurd verhaal zal, zal hé, lijken, maar de Veteranen hebben dat verdiend, ik zal laten merken hoe en waarom. Ik ga Veteranen afkorten, niet met Vet, dat is een Engelse afkorting voor dierenarts en vet, nou ja. Nee, ik ga vanaf nu V. gebruiken, dan weten jullie dat alvast.)
De verklaring van het woord V. is volgens het woordenboek:
"1/ een beproefd krijgsman (ik haast me om er vrouw achter te zetten), 
"2/een oud gediende, 
"3/ Een in zijn/haar vak ervaren m/v. 
Nu ja, er zijn er nog legio verklaringen van het woord, maar deze drie dekken de lading wel. Maar: waarom ga ik nu over de V. schrijven? Da's nogal simpel. De V. wordt aan de ene kant vreselijk geëerd, maar aan de andere kant vreselijk genegeerd.

Nou ja, dat moet ik even uitleggen. En, als ik zeg even, dan duurt dat ook heel kort. Jullie kennen me, ik ben een echte Grunniger, net als mijn ouwe heer, ik ben ook een man van weinig woorden. Wat is een V. nu eigenlijk en wat maakt hem/haar, ik ga dat moeilijke politiek correcte m/v nu laten vallen en schiet me maar neer, hoor meiden, maar jullie weten wat ik bedoel. De militaire V., ja er zijn meerdere soorten van V.'s, bijvoorbeeld krakers, demonstranten tegen alles wat er in hun, vaak extreem linkse of rechte ogen niet deugd in de hele wereld, nu ja, dat is een apart hoofdstuk. Maar er zijn ook V's, met name onder (para) medici die in idealistisch bevlogen groeperingen als Artsen zonder Grenzen mensen met vreselijke ziektes, zie Ebola, gaan helpen en zo. Ik vergeet hele groeperingen, bijvoorbeeld politici die al twintig jaar met hun krent op de bankjes van de kamers zitten, of ambtenaren die al veertig jaar handtekeningen zetten of zo, daar ben ik me bewust van, maar voor al die vergeten mensen: chapeau bas!
Goed, de militaire V. dan. Ik ga nu weer eens over me zelf beginnen, hè ja, lekker saai. Ik ben, ooit, in 1970 alweer, beroeps militair geworden. Daar zat wat achter, achter mijn beslissing om marine man te worden. Een? Nu ja, meerdere redenen. Ik groeide op in een gezin waar men niet overdreven te veel met politiek bezig was. Ik ben geboren en getogen in de jaren dat de Russen Hongarije binnen vielen, dat ze de Muur bouwden en het IJzeren Gordijn optrokken. Dat alles om de burgers uit de door hen bezette gebieden te beletten om naar het "vrije" westen te vluchten, omdat die burgers het natuurlijk veel beter hadden in het Oostblok. In '68 maakte ik, als zestienjarige, de inval door het communisme van Tsjecho-Slowakije mee. Ik zag op Tv dat Jan Palach zich zelf in de brand stak en ik was op slag af van alle linkse sympathieën, die ik als jong mens had. Dus wilde ik dienen, dienen om dat gevaar te weer te staan*. Dat communistische gevaar. Mijn ouwe heer, een zakenman met vooral VVD ideeën, stelde me gerust. Hij vertelde me, hij sprak niet zoveel, dat had je ook wel al begrepen, hij was ook een Groninger, dat je dom was als je als jongeling geen linkse ideeën had, maar dat je nog veel dommer was als je als veertiger, nog linkse ideeën had. En: hij had gelijk.
Dus ging ik, maar dat lijkt heel simpel, maar dat was het niet, op mijn (ik was net twee dagen achttien) bij de Marine. Ik ga geen loopbaan opsommen, da's onzin. Maar, laat ik het zo zeggen, ik heb de Koude Oorlog, die soms heel heet was, meegemaakt en ik heb inderdaad het zo begeerde Veteranen teken gekregen, een prachtig gestileerde V. Dat teken staat nog, in de officiële verpakking, naast mijn Bintangs, zeg maar mijn medailles, op mijn boekenplank waar ik elke avond zit te werken.
Ik zou haar eigenlijk op mijn colbert moeten spelden, denk ik wel eens, maar ja, ik heb geen colbert, ik draag nooit pakken. (Ik ben ijdel genoeg om te zeggen dat ik vaak even mijn ogen laat rusten op die collectie van kleurrijke linten en metalen. Goh man, denk ik dan,  heb je dat ook allemaal gedaan?)

* Ik ga nu een steen gooien en een deur intrappen: waar wij, mijn V. generatie genoten 'vochten', in ieder geval paraat waren, tegen het communisme, zo vechten onze opvolgers, voortbordurend op onze overgeleverde tradities, tegen het gevaar uit het Oosten. Nu vergeet ik niet, maar noem hen nu pas, de mensen die tegen de terreur van de treinkapers op hebben getreden, de mensen die aan de grenzen staan en steeds weer drug controles of controles op illegalen moeten doen. Deze mensen kregen vaak niet, of in het geval van mijn gabber B., pas heel laat de status van V.

=meer? Goed, ga ik schrijven. Dan ga ik het ook hebben over de mensen die zich zonder angst konden bekwamen in hun studie en zo, omdat o.a.de  V. dat mogelijk maakte en die nu de V.' zoafz...., eh, minder behandelen=

Geen opmerkingen:

Een reactie posten