maandag 5 mei 2014

Klanten en verhalen en verhalen over klanten

Eerst wilde ik dit stukje 'Onbegonnen werk' noemen. Dat kwam dus zo. Jullie weten dat ik geregeld even de buitenboel van onze toko aanhark. Met een bezem en een bladblazer en zo. Dat lukt, over het algemeen prima, hoor. Die bladblazer is er zo een met een oplaadbare accu. Ze ligt lekker in de hand, is niet al te zwaar en ze doet wat ze moet doen, namelijk blazen. Tot een week of twee geleden blies ik voornamelijk vullis, lege blikken, zakjes, en plastic doosjes, van die zogenaamde 'bladders' er mee. (Bladders  zijn van die plastic doosjes waarin ze die saucijzen broodjes of warme zooi verkopen. Waarom plastic? Omdat die de warmte vasthouden en geen vet opnemen zoals papier en dus niet al na drie tellen uit elkaar vallen. Zoals je dat dus hebt als je 'Fish and Chips' in Engeland koopt. Daar staan de voetbal uitslagen op je friet met azijn afgedrukt en heb jij ondertussen zeven maal je klauwen verbrand aan die rot hete krent met je eten erin.
Nu is het Nederlandse publiek, naar mijn mening, lui, erg lui. Als je dus zo'n bladder, geen blazer, mee neemt naar buiten de winkel en je de inhoud naar binnen hebt gekeild, kun je het afval in een van de heel veel prullenbakken die de stad rijk is, gooien. Sterker, buiten het filiaal van onze Keten staan twee grote vuil bakken, helgeel gekeurd, die kun je niet missen. Er staat ook nog eens een zogenaamde 'plastic verzamelaar', een hele grote plastic zak in een houder, waar je die meuk ook in kwijt kunt. Maar ja, dan mot je wel twee meter lopen. Da's veul, natuurlijk. Ik bedoel, die mensen lopen wel vijftien meter de winkel in om die broodjes bij de bakkerij van onze winkel te halen en dan ook nog eens naar de kassa, maar ze verrotten het om die troep in een vuilnis bak te tyfen, die slechts vier stappen verderop staat. 
Dat die bladders overigens vaak vergezeld gaan van lege blikjes met van die energy drankjes met vreselijke namen als "Bastard" of "Monster", doet bij mij de verdenking gestalte geven (ja, hoor, hij begint weer met zijn ouderwetse gedoe) dat het om jeugd gaat. (ja hoor, hij begint weer met zijn ouderwetse gedoe).
Nee, serieus. Mijn generatie, die is bijna uitgestorven, thank you, drinkt geen van die eng riekende drankjes. Mijn generatie, zie boven, heeft geleerd van hullie van thuis, de ouders,  dat je vuilnis netjes weggooit. De generatie na de mijne, mijn en dus hun kinderen, hebben dat ook nog meegekregen. Dus het is aan de:  nu ja, reken maar uit, toch?

Maar goed, dat tot zover. Ons filiaal is, tot vervelends toe verteld, gelegen aan een grote invalsweg naar de hoofdstad van ons land. Tegenover ons filiaal is natuur. Nu ja, een park. Frankendael heet dat park. In dat park staat het laatste, landhuis zeg maar, dat in de stad gelegen is. In dat park, rond dat fraaie landhuis, staan bomen en struiken. (En een heel chique restaurant, De Kas, maar daar ga ik het nu niet meer over hebben)
Wat me, in dat buiten spelen ook onbegonnen werk leek te zijn, nu ja, niet leek, gewoon is, is dat er momenteel een boom- of struiksoort is die haar bladeren of zaden, waarmee desbetreffende boom of struik kenbaar vol hangt, laat waaien. Ik heb geen idee van welk groeiend wezen het is. Ik ben geen boomoloog en ook mijn struikenkunde is behoorlijk achtergebleven en grijs gebied. Het zijn van die flinterdunne, haast hartvormige ietwat zilverkleurige dingetjes. Ja, ik Google, natuurlijk en ik dacht aanvankelijk aan Esp, of As, maar no such luck. Maar wat ik wel weet is dat die bende een enorme zooi oplevert. Dus verwijder ik die zooi. Met de blazer. Op zich leuk werk, maar ja, ik heb een blad blazer en de natuur, en ben je nu religieus getint, dan heeft Onze Lieve Heer, of Allah, of Boeddha of Wodan, de wind. Bladblazer versus wind, Ajax versus PEC, het volk tegen de belastingdienst, 010 versus 020, kortom, de eerste verliest altijd. 
Ik dus ook. Mijn blazertje blies, bladders en blikjes bleven bedrijvig behoorlijk bewegen en de wind stak op. Uit het zuiden, de kant die ik op most. Moest, maar most, mag ook. Dus: die hele zooi blad waaide weer de kant op, waar ik het nou net niet wilde hebben. 
Ik deed natuurlijk heel beleefd en zo. Ik bleef kalm en zo en ja, jullie die me kennen, kennen me dus, ik blijf altijd de rust zelve. Nee, hoor, even echt, ik was gewoon in mijn sas. Dat kwam omdat mijn afdeling eens een keer geen zooi was. M, de FM2, had de mannen van het weekend behoorlijk ingepeperd dat de DV ook bij de winkel hoorde en dat ze ook netjes moest worden achtergelaten. Het had goed geholpen.
Maar, doordat het werk niet te gestresseerd was, had ik dus iets meer tijd om de buitenboel te doen. Dus, begon ik maar weer van voor af aan. Langzaam vorderde ik naar daar waar ik wezen moest. Toen hoorde ik een stam achter me die zei:

Einde van deze Cliffhanger!

Ik ga het van vrienden nog wel horen wat voor blad het is. Ik heb J., een oude gabber, die zijn hele tuin heeft ingezaaid van de week. Hij weet alles van tuinieren af, zegt ''íe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten